Steinhorst

Het centrale stuwmeergebied werd door de deelstaat Westfalen aangekocht met een oppervlakte van ongeveer 80 hectare en ingericht als watervogelreservaat. Sinds 1990 is er een mozaïek van ondiepe watergebieden, eilanden en natte graslanden aan beide zijden van de Ems. Het Steinhorstbekken wordt beschouwd als de grootste kunstmatige biotoop in Westfalen. In dit gebied vinden veel inheemse en trekkende steltlopers en watervogels ongestoorde gebieden om te broeden, te rusten of te eten. Visetende vogelsoorten zoals reigers, aalscholvers, diverse duikers en smienten vinden in dit gebied een rijk gedekte tafel en watersnippen gebruiken de ondiepe waterzones en modderbanken om te foerageren. Het gebied maakt nu deel uit van het Europese vogelreservaat "Rietberger Emsniederung mit Steinhorster Becken".

Naast het vogelleven is ook de diversiteit aan libellen en amfibieën in de loop der jaren aanzienlijk toegenomen. Zeldzame plantensoorten die gespecialiseerd zijn in wetlands hebben zich ook gevestigd.

Een brede ringsloot beschermt de kernzone van het natuurgebied tegen verstoring. Vanaf de top van de dijk en een uitkijktoren in het noordelijke gebied kunnen vogels gemakkelijk worden waargenomen met een verrekijker of telescoop.